, [], Whether the reason for taking pity is a defect in the person who pities?
Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Grimmigheid en [4]overloping van toorn is [5]wreedheid; [6]maar wie zal voor nijdigheid bestaan? 4. Te weten als de mens met zijn onstuimige en woedende gemoedsbewegingen niet anders dan als een vloed, zich geweldiglijk uitstort. 5. Dat is, brengt wrede daden en werken voort. 6. De zin is dat nijdigheid erger is dan toorn en grimmigheid, omdat zij dieper in het hart is, en ene verharding der boosheid daarmede vermengd is.